
Tien kinderen stormen de trap af, want zij gaan plassen en daarna naar buiten. Tot mijn grote ergernis zijn de wc-tjes bezet door een andere groep, wat ik trouwens al verwachtte, want wij waren wat aan de late kant klaar met het fruit. Normaal gesproken zijn wij altijd (bewust) op tijd klaar met het fruit, zodat we de eerste zijn in de badkamer. Maar goed, deze keer dus niet.
Nu heb ik twee keuzes: 1 we gaan wachten, totdat wij aan de beurt zijn of 2: ik moet naar de andere wc’s, wat een hele onderneming is. Maar door spel in te zetten kan een hele ‘onderneming’ heel leuk worden…
“Oh nee jongens deze wc’s zijn bezet”. Ik weet, dat er een etage lager ook wc’s zijn, maar, dan moeten we weer een trap af en de baby’s slapen naast de toiletruimte, dus moeten we ook nog eens stil zijn. Pfff: de onderneming. “Kom, we gaan ons verstoppen, gaan jullie mee? We moeten wel heel stil zijn, anders weet iedereen waar we zijn.” De kinderen kijken mij met grote, enthousiaste ogen aan. Oké mooi, de kinderen stemmen in met mijn plan. “Wie kan er rennen op zijn tenen? Go jongens, naar het traphekje!” De kinderen rennen enthousiast naar het traphekje; als we daar zijn, herinner ik de kinderen aan het feit, dat we stil moeten zijn, anders worden we gevonden. De kinderen gaan stilletjes de trap af en gaan meteen door naar de wc’tjes. Ze zijn nog steeds stil. De kinderen, die klaar zijn met plassen, verzamelen zich bij mij op de grond. “Esmée! Je moet wel verstoppen.” Ik kijk naar het kind, dat mij hier op attendeert en zie, dat het met zijn handen voor zijn ogen zit. Verstopt! Ik doe mijn handen ook voor mijn ogen en de rest van de kinderen volgt. Als iedereen klaar is met plassen gaan we snel en stil terug naar boven opzoek naar onze jassen. Als we daar zijn roepen we met z’n allen tegen de andere juf, zoals afgesproken: BOEH. Niemand heeft ons gevonden!
Als ik de kinderen had laten wachten bij de wc’tjes, die bezet waren, had het mij tien keer meer energie gekost dan nu. Een situatie speels structureren heeft vele voordelen. Kinderen zijn vaak meer betrokken, hebben meer aandacht, meer geduld en volgen aanwijzingen beter op. Het kind leeft zich namelijk in in een situatie: we gaan verstoppen, dus moeten we stil zijn en we moeten bij elkaar blijven, anders worden we gevonden. Dit is voor een kind heel logisch en makkelijk haalbaar, omdat het met een doel bezig is wat aansluit bij de interesse en belevingswereld van het kind. Stil zijn, omdat het moet, is een stuk moeilijker en bij elkaar blijven, omdat het moet, is een stuk minder uitdagend.
Spel is veel te leuk om niet in te zetten, maak van de meest vermoeiende ‘ondernemingen’ een spel!